De boot, de snoek en de kikker
Wat is een zomervakantie zonder je beste vriendin? Dat is als een herfst zonder gekleurde bladeren, een winter zonder sneeuwklokjes en een lente zonder lammetjes. Een zomer zonder avonturen met Rebekka is een saaie zomer.
Op deze dag was ik al vroeg uit bed om mij klaar te maken voor een dag plezier. Haar op een staart, korte broek en een fel gekleurd T-shirt. Snel de trap af, mama groeten en zo vlug mogelijk een boterham en een glas drinken naar binnen werken. “Dag, mam ik ben weg.”
Zo hard als ik trappen kon fietste ik het dorp uit naar een dorp ernaast om Rebekka tegemoet te fietsen. Ik was, zoals gewoonlijk, een tikkeltje te laat. En ik zag haar al aan komen fietsen. We stopten even langs de kant van de weg om elkaar een knuffel te geven voordat we samen naar mijn huis fietsen.
Zo ging het al jaren. We fietsten beide naar Goudriaan om vanaf daar samen naar haar huis, naar mijn huis, de dompelaar of de spettertuin te gaan. Net waar we die dag zin in hadden. Maar zoals altijd werd er veel gebabbeld en gelachen. De mensen in de buurt hebben geweten dat de twee nichtjes weer bij elkaar in de buurt waren.
Eenmaal bij mij thuis groeten we mijn moeder en lopen door naar de schuur. Op de fiets hadden we bedacht om te gaan varen. De roeispanen en planken voor de bankjes zijn al snel gevonden. De roeiboot ligt in de boezem voor ons huis vast aan het steigertje.
We kunnen maar twee kanten op en kiezen ervoor om richting de pishoek te roeien. Na wat geknoei met de lange spanen hebben we de slag te pakken. En roeien we om de beurt een stuk.
In de boot stopt het gekakel van ons twee geen seconde. Van onze andere vakantieplannen, op vakantie gaan, jongens en nog veel meer. Het tweede bruggetje wat we tegenkomen is in een bocht waar veel bomen staan. We blijven een tijdje in de schaduw dobberen en letten niet zo goed op.
De boot raakt de kant en wij beginnen te lachen tot er een dikke kikker de boot inspringt. Wij schrikken en gillen van de glibberige nieuwe passagier. Dat is niet de bedoeling en die moet zo snel mogelijk er weer uit. Eén probleem… we hebben beide schrik van kikkers.
Rebekka pakte als eerste een roeispaan en ik volgde met de andere. We tikken in de buurt van de kikker met de roeispaan op de bodem van de boot. We hoopten dat die weer zo hop uit de boot zou springen. Maar dat doet hij niet. Die springt richting ons. Er ontsnappen weer een paar gillen van ons. Gevolgd door zenuwachtig gegiechel. We staan inmiddels beide zover mogelijk van de kikker vandaan. We moeten opletten dat de boot niet teveel naar achteren helt en er water naar binnen kan komen.
Uit paniek proberen we de kikker te meppen met de roeispanen. We krijgen een spaan onder de kikker en wippen hem zo hop overboord. Door al het gegil en gewiebel raken we ons evenwicht kwijt en vallen in de boot. Eén van de roeispanen valt overboord.
Rebekka weet deze snel te pakken en roept: “Ieeuw wat is dat.” Naast waar de roeispaan in het water zwemt een snoek met vieze plekken op z’n kop. Hij blijft vlakbij de boot zwemmen. Wij vinden dat niet zo fijn en slaan met het de spaan op het water om hem weg te jagen. We raken per ongeluk de snoek. We kijken verschrikt naar het beestje en beginnen te lachen. Die is nu vlug is weg gezwommen.
Snel leggen we de spanen weer in de roeidol en varen zo vlug als we kunnen weer terug richting huis. Thuis leggen we de boot goed vast en zetten we alles zo snel mogelijk weer terug in de schuur. Genoeg avontuur voor vandaag.
Geef een reactie